Publication details
- Hardcover
De Juwelen van de Onafhankelijkheid Congo - Rwanda - Burundi 1960-1990
Op 30 juni 1960 werd de Belgische kolonie, Congo, onafhankelijk. Zou de nieuwe staat trouw blijven aan de koloniale orden, namelijk de Orde van de Afrikaanse Ster en de Orde van de Leeuw, die in Congo hoog aangeschreven stonden bij de bevolking? België liet de Congolese autoriteiten geen keuze: de twee orden werden in juli 1960 nog steeds uitgereikt aan zowel Belgische burgers als aan militairen, die het leven lieten of als blijk van erkentelijkheid voor hun moedige houding tijdens de muiterij van de Openbare Weermacht in juli 1960.
Op 30 juni 1962 werden Rwanda en Burundi, twee grondgebieden onder Belgische voogdij, eveneens onafhankelijk.
De orden en decoraties die uit deze onafhankelijkheden ontsproten, werden tot nog toe weinig of slecht bestudeerd. Het is inderdaad niet gemakkelijk om geschikte bronnen te vinden in de kanselarijen, onder andere omwille van de machtswissels in de betrokken landen. Ook de verdwijning van de archieven van de fabrikanten maken de zoektocht nog ingewikkelder. De weinige geschriften over het onderwerp vertonen heel wat lacunes. Zo goed als alle informatie in onderhavige publicatie komt uit soms moeilijk toegankelijke wetteksten, een studie van exemplaren in privé- en openbare collecties en getuigenissen die door de jaren heen werden verzameld. De nieuwe onafhankelijke staten schonken vele Belgen een onderscheiding, waardoor nogmaals de band met het voormalige thuisland werd benadrukt. Dankzij deze verleningen heeft de vorser toegang tot stukken die in het land van oorsprong dikwijls zijn verdwenen omdat nieuwe leiders ze buiten de wet hebben gesteld.
Het thema ligt zeer gevoelig, want de meeste orden die hier worden besproken zijn creaties van soms dictatoriale of op zijn minst autoritaire regimes, van stelsels die bloedige repressies en politieke moorden niet schuwden.
De polemieken over de turbulente perioden die deze landen na hun onafhankelijkheid hebben gekend en de negatieve gevolgen die daaruit voortvloeiden, kunnen niet beletten dat deze sombere perioden effectief deel van hun geschiedenis uitmaken. Tussen de documenten die deze geschiedenis verklaren, bevinden zich ook de ingestelde onderscheidingen.
Deze studie moet de gevoeligheden overstijgen. Hoewel sommige eretekens een heel kort leven was beschoren, zijn ze uiterst divers en geven ze blijk van groot vakmanschap. Ook werden de meeste onderscheidingen door Belgische raadgevers geconcipieerd en zijn het vooral Belgische en soms Franse bedrijven die ze hebben vervaardigd. In dit kader worden eveneens de orden en eretekens besproken van de kortstondige seccessies van Katanga en Zuid-Kasaï in de eerste jaren van Congo, dat toen een bewogen tijd beleefde. In de onderscheidingen van de bestudeerde landen diende flink geselecteerd te worden. Eerst en vooral chronologisch: de hedendaagse onderscheidingen komen ondanks hun groot belang, niet aan bod. Vervolgens werden de uiterst zeldzame medailles en decoraties van Zuid-Kasaï en Katanga wel opgenomen; die van Congo en Zaïre werden wegens plaatsgebrek echter niet behandeld.
Er dient te worden benadrukt dat het hier om een momentopname gaat. Wegens het ontbreken van bronnenmateriaal zagen we ons verplicht hypotheses te formuleren. Nieuwe documenten of informatie vanwege onze lezers zouden onze stellingen uiteraard in vraag kunnen stellen. Is dat weliswaar niet eigen aan geschiedenis?